Jeremy (Pearl Jam)

Jeremy was de derde single van Ten, het debuutalbum van de Amerikaanse rockband Pearl Jam uit 1991. De video bij het nummer werd geregisseerd door Mark Pellington. De clip werd enorm veel gedraaid op MTV. De clip won tijdens de MTV Video Music Awards in 1993 liefst 4 awards, waaronder die voor Beste clip.

Pets (Porno For Pyros)

Porno For Pyros ontstond in 1992 na het uiteenvallen van de alternatieve rockband Jane's Addiction. Frontman Perry Farrel en drummer Stephen Perkins namen een doorstart en vormden samen met gitarist Peter DiStefano en bassist Martyn LeNoble een nieuwe band.

Farrel was naast frontman van het vrij succesvolle Jane's Addiction (herinner u de single Been Caught Stealing) de drijvende kracht achter het rondreizende Amerikaanse festival Lollapalooza en kreeg dan ook meteen flink wat aandacht voor zijn nieuwe band. Het titelloze debuutalbum van Porno For Pyros haalde in 1993 dan ook moeiteloos de 3de plaats in de Amerikaanse albumhitlijsten.

De videoclip bij het nummer Pets belandde in heavy rotation op MTV en was meteen het startschot van een intensieve wereldtournee die de groep in de zomer van 1993 onder meer op Pukkelpop zou brengen.

Pet Sematary (Ramones)

De Amerikaanse punkband Ramones begon in 1974 in New York aan een rijkgevulde carrière. De groep brengt in de beginjaren zowat elk jaar een nieuwe plaat uit en toert zowat onafgebroken de wereld rond. Met hun korte songs en energie livesets weet de groep zich binnen de kortste keren een ijzersterke live-reputatie bij elkaar te spelen. Slogans als Gabba Gabba Hey en Hey Ho, Let's Go verdienen een plaatsje in het rock 'n' roll-werelderfgoed

Pet Sematary is één van de bekendste Ramones-nummers en prijkt op het album Brain Drain. De song werd geschreven voor de Hitchcock-verfilming Pet Sematary (1989).

Weak (Skunk Anansie)

Weak was de 4de en laatste single van het succesvolle Skunk Anansie-debuutalbum Paranoid and Sunburnt uit 1995. Het is zonder twijfel het bekendste nummer van de groep rond de zwarte frontvrouw Skin.

Onder meer U2, Lenny Kravitz en Aerosmith namen de band in die periode mee op tour. Na een aantal minder succesvolle platen ging de groep begin 2000 uit elkaar. Skin kon tijdens haar solocarrière het succes van Skunk Anansie niet evenaren.

In 2009 kwam de groep opnieuw bijeen voor een reeks reunie-concerten en één jaar later werd begonnen met de opnames van een nieuwe plaat.

Respect (Alliance Ethnik)

De Franse hiphopgroep Alliance Ethnik trad in 1995 even uit de schaduw met het album Simple & Funky. De singles Simple & Funky en Respect klonken alvast niet onaardig.

Bentley’s Gonna Sort You Out (Bentley Rhythm Ace)

Bentley Rhythm Ace scoorde in 1997 een klein hitje met het nummer Bentley’s Gonna Sort You Out. De groep surfte handig mee op de bigbeat-golf, maar kon geen vervolg breien aan het succes.



 

Say It Ain't So (Weezer)

Weezer werd op Valentijnsdag 1992 in Los Angeles opgericht door Rivers Cuomo. Met het debuutalbum Weezer verovert de band in 1994 meteen een plaatje in de top van de alternatieve popscène.

Say it ain't so was na Undone (The Sweater Song) en Buddy Holly de derde single van het album. Pitchfork Media zette het nummer op 10 in zijn Top 200 Tracks of the 90s.

Loser (Beck)

De muzikale duizendpoot Beck Hansen, is één van de weinige artiesten die artistieke vrijheid heeft weten verzoenen met commerciele successen. De muziek van Beck is een mix van pop, folk, hiphop, lo-fi, psychedelia, country, blues, rock en jazz.

Beck bracht Loser in 1993 op vinyl uit bij een klein Amerikaans label. Toen de song meer en meer airplay kreeg op de Amerikaanse radiozenders, schoot platenfirma Geffen wakker.

Geffen gaf Beck een platencontract en bracht Loser in 1994 opnieuw uit. Het nummer bestormde meteen overal ter wereld de hitlijsten. Ook het album Mellow Gold en de opvolgers Odelay en Midnite Vultures waren commerciële voltreffers.

Pepper (Butthole Surfers)

De Amerikaanse alternatieve rockband Butthole Surfers ontstond al in 1981 in San Antonio, Texas. De groep bleef tot het album Electriclarryland (een knipoog naar Jimi Hendrix's Electric Ladyland) in 1996 heel underground. De single Pepper schopte het tot nummer één in Billboard's Modern Rock Tracks hitlijst.

Natural One (Folk Implosion)

De Amerikaanse lo-figroep Folk Implosion begon begin jaren '90 als een zijproject van Lou Barlow (Sebadoh). De groepsnaam is een knipoog naar de Jon Spencer Blues Explosion.

De groep scoorde één hitje met het nummer Natural One. Het nummer stond in 1995 op de soundtrack van de controversiële film Kids (Larry Clark), maar werd weliswaar niet gebruikt in de film zelf.

Nadien kon de groep het succes van Natural One nooit meer evenaren. In 2000 verliet John Davis de groep. Lou Barlow zocht nieuwe muzikanten en nam met The New Folk Implosion nog twee platen op. Sinds 2004 bleef het stil rond de band.

Insomnia (Faithless)

De Britse dancegroep Faithless speelt vanavond in het Sportpaleis. Reden genoeg om één van de grootste hits van de band een plaatsje te geven op deze blog.

Faithless scoorde met zijn debuutsingle Salva Mea in 1995 meteen een monsterhit. Nadien scoorde het dance-project van producer Rollo, zanger Maxi Jazz en Sister Bliss met nummers als Insomnia, God Is A DJ en We Come 1.

In tegenstelling tot andere dance-acts staat tijdens concerten van de groep een echte live-band op het podium. Faithless beschikt over een ijzersterke live-reputatie en bezorgt zijn publiek steeds weer een onvergetelijke avond.

Fun For Me (Moloko)

Moloko ontstond in 1995 in Sheffield, Engeland en brengt een mix van disco, triphop, funk en dance. Róisín Murphy en Mark Brydon kwamen meteen tegen op een feestje. De openingszin van Murphy was 'Do you like my tight sweater?', meteen ook de titel van de debuutplaat van Moloko.

Die debuutplaat en vooral de single Fun for me bezorgden Moloko flink was succes. De groep kon dat echter niet bevestigen met het tweede album 'I am not a doctor'. Pas in de zomer van 1999 brak de groep definitief door met de singles Sing It Back en The Time Is Now.

Het vierde album Statues uit 2003 betekende meteen ook het einde van het koppel Murphy-Brydon. Murphy bracht nadien nog twee succesvolle solo-albums uit (Blue en Overpowered), maar officieel is Moloko nog altijd samen.

Prison Sex (Tool)

Het Amerikaanse Tool is een veel opzichten een buitenbeentje in het metalwereldje. Niet alleen omdat de groep al jaren meedraait aan de top, maar vooral omdat de groep in zijn teksten vaak moeilijke thema's behandelt.

De groep ontstond in 1990 en debuteerde in 1992 met de EP Opiate. Eén jaar later volgde met Undertow het eerste volwaardige album. De groep kreeg meteen een plaatsje op het Amerikaanse Lollapalooza en mocht nadien in het zog van andere bands op dat festival zoals Henry Rollins en Consolidated mee naar de Europese festivals. In de zomer van 1993 stond de groep in de Marquee op Pukkelpop.

De charismatische frontman Maynard James Keenan is ook actief bij A Perfect Circle. Keenan heeft ook een hekel aan digitale kopieerbeveiligingen. Dat is meteen ook de reden waarom de groep niet terug te vinden is op iTunes.

Would? (Alice in Chains)

Alice in Chains heeft net als Nirvana, Pearl Jam en Soundgarden zijn roots in Seattle. Maar de groep kon nooit het succes van de collega's evenaren. Dat lag deels aan zanger Layne Staley, die de groep bewust underground wilde houden.

Would? is het bekendste nummer van de band. Het komt van het album Dirt uit 1992 en is een eerbetoon aan Mother Love Bone-zanger Andrew Wood. Na drie albums wordt het in 1995 opvallend stil rond de groep omdat zanger Layne Staley worstelt met een hardnekkige heroïne- en cocaïneverslaving. Die zal hem uiteindelijk in 2002 ook fataal worden.

Alice In Chains is intussen opnieuw samen (met een andere frontman). In 2006 stond de groep onder meer op de Graspop Metal Meeting.

Who's The King (Dog Eat Dog)

Dog Eat Dog was één van de eerste bands die hardcore en rap mengde. De groep brak wereldwijd door met het album All Boro Kings. De unieke sound van hardcore, rap en een lagje saxofoon maakte van de band halfweg de jaren '90 één van 's werelds beste live-acts.

In 1995 tourde de groep samen met Biohazard de wereld rond. Eén van die concerten bracht hen op het Dynamo Open Air-festival in het Nederlandse Eindhoven alwaar frontman John Connor een nieuwe invulling gaf aan het begrip crowdsurfen. De groep won datzelfde jaar trouwens ook de Breakthrough Artists of the Year-award op de MTV Europe Music Awards.

Leuk detail: de band had op het hoogtepunt van zijn faam een Belg in de rangen: de Brusselaar Mark De Backer.

Nigger (Clawfinger)

Het album Deaf Dumb Blind uit 1993 zette de Zweedse crossoverband Clawfinger meteen op de kaart. Frontman Zak Tell rapt over politieke en anti-racistische onderwerpen.

Brick (Ben Folds Five)

Brick is één van de grootste hits van het Amerikaanse Ben Folds Five. Het nummer is afkomstig van het album Whatever and Ever Amen uit 1997 en kreeg overal ter wereld behoorlijk wat airplay. In het nummer vertelt zanger Ben Folds over zijn schoolliefje die een abortus ondergaat.

Supersonic (Oasis)

De Britse groep Oasis debuteerde in 1994 met het nummer Supersonic. Het nummer stond op het debuutalbum Definitely Maybe en haalde de 34ste plaats in de Britse singleschart. Meteen de laagste notering voor een Oasis-nummer in jaren.

Het nummer is echter nog altijd één van de favoriete Oasis-nummers van de fans en van Noel Gallagher zelf. Van het nummer werden twee videoclips gemaakt. De Britse versie verwijst naar het concert dat The Beatles ooit speelden op het dak van een kantoorgebouw. De Amerikaanse versie ziet u hieronder.

Overcome (Tricky)

Eén van de knapste platen van 1995 was Maxinquaye van Tricky. Tricky rapte voordien al mee met Massive Attack, maar wilde geen vast lid van de groep worden en ging dan maar zijn eigen ding doen.

In het zog van Portishead en Massive Attack bracht Tricky voor de release van het album twee singles uit. De singles kregen nauwelijks airplay, maar desondanks belandde Maxinquaye toch op twee in de Britse albumcharts. De combinatie van hip-hop, soul, dub, rock en electronica werd voor critici wereldwijd met lof overladen.

Leuke anekdote: de tekst van Overcome is nagenoeg identiek aan die van Karmacoma, een nummer van Massive Attack. Omdat Tricky een aantal teksten voor het Massive Attack-album Protection, niet tijdig kon afleveren, schonk hij de groep dan maar de lyrics van een paar eigen nummers.

Protection (Massive Attack)

Massive Attack is net als andere triphopbands als Portishead en Tricky afkomstig uit het Engelse Bristol.  Het nummer Protection is afkomstig van het gelijknamige tweede album van de groep uit 1994. De stem is Tracey Thorn, die later ook met Everything But The Girl potten zou breken.

De clip werd geregisseerd door Michel Gondry, de man die in zijn rijkgevulde carrière ook clips maakte voor Bjork, Rolling Stones, Lenny Kravitz, Daft Punk, Foo Fighters, Beck, Chemical Brothers, White Stripes en Kanye West.

Boys Don't Cry (The Cure)

Boys Don't Cry is één van de bekendste nummers van de Britse popgroep The Cure. Het nummer werd twee keer als single uitgebracht (in 1980 en 1986). Pas de tweede keer werd het nummer een bescheiden hitje.

Het nummer handelt over een man die zijn vriendin pijn heeft gedaan en berouw toont. Huilen is echter geen optie, want jongens horen niet te wenen.

In de videoclip bij het nummer lijkt het alsof drie jongens het nummer spelen. Wie de schaduwen van de jongens bekijkt, merkt daar echter de schaduwen van de leden van The Cure op.

One Way (Levellers)

De Britse folkrockband Levellers was in de periode 1993 - 1997 op het top van z'n kunnen. De groep stond bekend om zijn opzwepende songs rond thema's als natuur en milieu, vrede en anarchisme.

One Way is het openingsnummer van het tweede Levellers-album Levelling The Land. .

Saturday Night Fever (Lordz Of Brooklyn)

De Amerikaanse hiphop-band Lordz Of Brooklyn scoorde in 1995 een undergroundhitje met het nummer Saturday Night Fever. De band kreeg daarbij een zetje van Beavis & Butthead, die de clip een aantal keren becommentarieerden.

100% (Sonic Youth)

Sonic Youth begon al in 1981 en is één van de grondleggers van genres als indierock, grunge en noise-rock. In 1990 stapte de groep uit onvrede met de beperkte verspreiding van haar album over naar een major-platenmaatschappij.

De groep kreeg bij Geffen volledige artistieke vrijheid en bracht in de jaren nadien ook zijn beste werk uit. Bovendien brengt de groep ook andere alternatieve bands binnen bij het label.

Na het album Goo (1992) brengt de groep in 1992, in volle grunge-explosie, het album Dirty uit. De groep nam nadien Nirvana mee op tournee en zorgde er op die manier voor dat Nirvana de vaandeldragers van de grunge werden. 100% was de eerste single van het album.

Changes (Sugar)

Sugar was de opvolger van de eighties-gitaarband Hüsker Dü. De groep bracht begin jaren '90 twee albums uit en stond onder meer op de affiche van Torhout-Werchter.

Het nummer If I Can't Change Your Mind deed het niet onaardig in de Britse charts. Changes komt ook van het album Copper Blue.

Let Love Rule (Lenny Kravitz)

Let Love Rule was in 1989 de debuutsingle van Lenny Kravitz. Nog geen jaar later mocht Kravitz al meewerken aan Justify My Love van Madonna. Ook nadien blijft Kravitz veel gesolliciteerd als gastmuzikant: Kravitz speelde onder meer met BB King, Eric Clapton, Iggy Pop, Mick Jagger, Guns N' Roses, Prince, Jay Z, Bruce Springsteen en Neneh Cherry.