My Bond With You And Your Planet: Disco (Zita Swoon)

Gisteren was dEUS aan de beurt. De brug naar Zita Swoon is dan ook snel gemaakt. Stef-Kamil Carlens begon ooit A Beatband, ging vervolgens bassen bij dEUS en besliste in '96 om zich opnieuw voluit op zijn eerdere groep te gooien.

Die groep was intussen van naam veranderd (Moondog Jr.) en moest dan een jaar later nog een keer overdoen op vraag van de Amerikaanse Moondog Jr.

I Paint Pictures On A Wedding Dress was het eerste album onder de naam Zita Swoon. De groep nam de plaat op in New Orleans met Malcom Burn. Naast het Jeff Buckley-tribute Song For A Dead Singer, sprong vooral My Bond With You And Your Planet: Disco in het oog. De groep bracht in de periode 1998 - 1999 ook verschillende keren een heuse disco-medley tijdens concerten.

Instant Street (dEUS)

Met het album The Ideal Crash uit 1999 sloeg de Antwerpse rockband dEUS een andere weg in. Het experimentele, rommelige geluid van Worst Case Scenario en In A Bar, Under The Sea werd onder de invloed van producer Dave Bottrill ingeruild voor een meer gepolijste sound met weerhaken her en der.

Instant Street is daar een mooie exponent van. Het nummer begint vrij rustig maar explodeert helemaal op het einde. Live is het nummer steevast één van de hoogtepunten.

De clip werd opgenomen in de Antwerpse discotheek Café D'Anvers en verwijst naar een incident begin 1996. Zanger Tom Barman en gitarist Craig Ward werden toen door de politie opgepakt bij een drugsrazzia in een Antwerps café.

Under The Bridge (Red Hot Chili Peppers)

Het album Blood Sugar Sex Magik bracht voor de Amerikaanse band Red Hot Chili Peppers de grote doorbraak. De plaat verscheen in oktober 1991 en bevatte singles als Give It Away, Suck My Kiss, Breaking The Girl en uiteraard ook deze Under The Bridge.

De clip werd geregisseerd door Gus Van Sant en leverde de groep een MTV Music Video Award op.

Six Underground (Sneaker Pimps)

Sneaker Pimps ontstond in 1995, op het moment dat bands als Portishead en Tricky grote sier maakten. Het album Becoming X werd relatief goed ontvangen, maar toch besloot de band achteraf een andere koers te gaan varen, zonder zangeres Keli Dayton.

6 Underground kreeg aanvankelijk weinig airplay, maar dat veranderde toen het nummer op de soundtrack van de film The Saint terechtkwam. De hoes van de single toont een Lego-bouwplaat voor een ruimtevaarttafereel.

Das Boot (U96)

Het Duitse dance-project heeft zijn bekendheid te danken aan Das Boot, een herwerking van het filmthema van de film Das Boot uit 1981. Het nummer stond in april 1992 zowat overal in Europa hoog in de hitparades.

Sting Me (Black Crowes)

De broertjes Chris en Rich Robinson verkochten met hun bluesrockband The Black Crowes meer dan 15 miljoen platen. Handelsmerk van de band waren vooral ellenlange jamsessies en de pleidooien voor de legalisering van marihuana.

Het debuutalbum Shake Your Money Maker was meteen een schot in de roos, maar ook opvolger The Southern Harmony and Musical Companion hoort in elke platencollectie thuis. Het bevat klassiekers als Remedy, Thorn In My Pride, Sometimes Salvation en deze Sting Me.

Pretend We're Dead (L7)

L7 was de juiste band op de juiste plaats. Deze vrouwelijke rockband bracht in 1992 met Bricks Are Heavy (geproduced door Butch Vig) al haar derde album uit. Hoewel de band afkomstig was uit LA, surften deze vier dames met ballen handig mee op de grunge-golf. Pretend We're Dead was een alternatief hitje en zorgde er mee voor dat Bricks Are Heavy werd opgenomen in het Rolling Stone-lijstje van 'Essential recordings of the 1990s'.

Everything About You (Ugly Kid Joe)

De Amerikaanse rockband Ugly Kid Joe scoorde begin jaren '90 even met het album America's Least Wanted. Op de plaat stond naast ook dit Everything About You het hitje Cats in the Cradle. De bevestiging kwam er nooit. In 1995 werd de groep gedumpt door haar platenmaatschappij. Twee jaar later viel de groep uit elkaar.

Goddess On A Hiway (Mercury Rev)

Goddess On A Hiway is de eerste single van Deserter's Songs, het vierde studio-album van de Amerikaanse groep Mercury Rev. Van het nummer werden in 1998 twee videoclips gemaakt. Eentje werd geregisseerd door Anton Corbijn.

Truth and Bone (Heather Nova)

Truth and Bone is afkomstig van Oyster, het tweede album van singer-songwriter Heather Nova. Het album bezorgde de blonde zangeres een doorbraak.

In 2002 kampeerde Heather Nova wereldwijd in de hitparades met Someone New, een nummer dat ze opnam met het Zweedse Eskobar.

Tsunami (Manic Street Preachers)

Manic Street Preachers heeft altijd al een bijzondere plaats in het Britse rocklandschap ingenomen. Het grote succes kwam er pas na de mysterieuze verdwijning van gitarist en songschrijver in februari 1995. Met albums als Everything Must Go en This Is My Truth Tell Me Yours zette de band zich in de tweede helft van de jaren '90 op de kaart als één van de meest toonaangevende Britse rockbands.

Tsunami is de vierde single van This Is My Truth Tell Me Yours.

Disarm (Smashing Pumpkins)

Disarm is de derde single van Siamese Dream, het tweede album van Smashing Pumpkins. Het nummer werd geschreven door Billy Corgan. Corgan liet ooit verstaan dat Disarm voor hem het belangrijkste nummer van die plaat was.

Het nummer werd in Engeland verbannen uit Top Of The Pops en kreeg ook voor het overige bijzonder weinig airplay op de Britse radio omwille van het zinnetje 'cut that little child'. Volgens Corgan gaat het nummer echter over de getroubleerde relatie met zijn ouders en niet over abortus.

Er bestaat ook een heavier versie van het nummer. De band speelde die versie onder meer live tijdens de MTV Awards in 1994. Het nummer is in deze versie ook terug te vinden op het album Veuphoria.

Common People (Pulp)

De Britse band Pulp timmerde al sinds eind jaren '70 aan de weg. Pas in 1995 volgde de grote doorbraak. Omdat Stone Roses zijn concert op het Glastonbury festival annuleerde, mocht Pulp invallen. Het nummer Common People werd een hit in  Engeland en op het Europese vasteland.

Ook dit nummer haalde NME's 50 Greatest Indie Anthems Ever. Het online muziekmagazine Pitchfork Media plaatste het nummer op 2 in zijn  Top 200 Tracks of the 1990's.

Negasonic Teenage Warhead (Monster Magnet)

Monster Magnet scoorde in 1995 een hitje met Negasonic Teenage Warhead, een nummer van het album Dopes To Infinity. De clip werd veelvuldig gedraaid op MTV.

Het was ook de eerste single voor de groep, die een platencontract bij A&M versierde na een gezamenlijke tour met Soundgarden in 1992.

Cannonball (The Breeders)

Net als Cut Your Hair van Pavement, haalde ook Cannonball van The Breeders terecht het lijstje met 50 Greatest Indie Anthems Ever. De band had zijn bekendheid misschien te danken aan het feit dat frontvrouw Kim Deal ook basgitaar speelde bij Pixies, maar toonde met het album Splash (met andere singles als Saints en Divine Hammer) toch ook dat ze iets in hun mars hadden.

De clip voor Cannonball werd geregisseerd door Kim Gordon (Sonic Youth) en Spike Jonze.

Sad But True (Metallica)

The Black Album van Metallica zorgde voor de wereldwijde doorbraak van de metalband. James Hetfield en Lars Ulrich haalden dan ook het onderste uit de kan: Sad But True was de zesde single van het album.

Cowgirl (Underworld)

Dance-artiesten op Pukkelpop en Rock Werchter? Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat was het halfweg jaren '90 allerminst. In 1994 had Pukkelpop voor het eerst een dance-hall. En Underworld was één van de bands die daar geprogrammeerd stonden.

Cowgirl komt van het album Dubnobasswithmyheadman (1994). Twee jaar later zou de groep met Second Toughest in the Infants wereldwijd doorbreken. Born Slippy, de single van dat album, is nog altijd een dance-classic.

Blue (The Jayhawks)

The Jayhawks is misschien wel één van de meeste onderschatte bands uit de jaren '90. De groep debuteerde al in 1986 met een titelloos debuutalbum, maar kreeg pas een beetje erkenning met Hollywood Town Hall (1992), met onder meer Waiting For The Sun, en Tomorrow the Green Grass (1995). Blue is het openingsnummer van die laatste plaat.

Cut Your Hair (Pavement)

De Amerikaanse indie-rock Pavement sneerde met Cut Your Hair (van het album Crooked Rain, Crooked Rain) naar het toenemende belang van uiterlijkheden in de muziekindustrie. Het werd de best verkochte single van de groep. Een nummer dat terecht een plaatsje kreeg in NME's 50 Greatest Indie Anthems Ever.

Trash (Suede)

Suede wordt door critici beschouwd als één van de meest invloedrijke Britse bands van de jaren '90.  De groep rond charismatische frontman Brett Anderson en gitarist Bernard Buttler gooide met zijn titelloze debuutalbum meteen hoge ogen. 'Suede' was in 1993 het snelst verkopende debuutalbum in meer dan tien jaar. De single Trash komt van het 3de album Coming Up.

In The Name Of The Father (Black Grape)

Black Grape ontstond uit de as van de Happy Mondays. Shaun Ryder en de wispelturige Bez haalden met hun debuutalbum It's Great When You're Straight... Yeah in 1995 meteen de eerste plaats in de Britse albumhitlijst.

Het succes in het Verenigd Koninkrijk stond in schril contract met de beperkte airplay die de groep kreeg in de VS. Metallica-drummer Lars Ullrich had de plaat nochtans naar voor geschoven als één van zijn favoriete platen van 1996.

Seether (Veruca Salt)

De Amerikaanse band Veruca Salt scoorde in 1994 een bescheiden MTV-hitje met het nummer Seether. De band mocht nadien op tournee met Hole en scoorde in 1997 nog een hit met het nummer Volcano Girls.

Lithium (Nirvana)

Een ruwe versie van het Nirvana-nummer Lithium circuleerde halfweg 1990 al op een demo. Volgens ingewijden leverde ondermeer die song de groep uiteindelijk een platencontract op bij een major. De afgewerkte versie, met een aangepast baslijn, belandt uiteindelijk op Nevermind.

De video werd geregisseerd door Kevin Kerslake. Kerslake en Cobain wilden aanvankelijk een animatiefilmpje maken bij het nummer, maar toen bleek dat dat teveel tijd zou kosten, gooide Kerslake zich op een montage van live-beelden, met onder meer beelden uit de 1991: The year punk broke-documentaire.

Het bijzondere aan de video is de montage van heftige beelden op de rustiger stukken in het nummer en vice versa.

Glory Box (Portishead)

Met Tricky, Massive Attack en Portishead leverde het Engelse Bristol midden jaren '90 een aantal hippe bands in het triphop-genre af. Geoff Barrow en Beth Gibbons wonnen met hun debuutalbum Dummy meteen de prestigieuze Britse Mercury Prize.

Coffee & TV (Blur)

Toen van Gorillaz nog geen sprake was, was Damon Albarn frontman van de Britpop-band Blur. De band was jarenlang verwikkeld in een (door de pers opgeklopte) vete met Oasis en ruilde in 1997 de Britpop in voor een rauwer geluid.

Op het album 13 sloeg de band met producer William Orbit opnieuw een andere weg in. De single Coffee & TV haalde nooit de top van de hitlijsten, maar bezorgde de band wel flink wat airplay. De clip won destijds een MTV-award.